Circus Hoezee: Winkel, kinderkapper en koffietentje inéén

Circus Hoezee: Winkel, kinderkapper en koffietentje inéén

Circus Hoezee is een winkel, kinderkapper en café inéén, en tegelijkertijd ook een speelparadijsje voor kinderen, of ‘een kleine circustent’ zoals eigenaresse Sharon Hofland het ook wel noemt. Handig voor de vaders en moeders, want zij kunnen ongestoord tussen de tweedehands kleding kijken, terwijl hun kleintje nog wel even zoet is.

Circus Hoezee bevindt zich in een knus pand aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat en opende de deuren in oktober 2024. De etalage staat vol met schattige kleine schoentjes. En stap je binnen, dan lachen de kleuren je toe. De wanden hangen vol met zorgvuldig gesorteerde kinderkleding van goede kwaliteit

Er is speelgelegenheid in overvloed: een roze fietsje, een hobbelzwaan waar je in kan, en zelfs een hinkelbaantje. In het midden van de winkel staat een toonbank en koffiebar inéén. Achterin staat een knusse hoekbank vol kussentjes, en een rij tafeltjes. Daartegenover: de kapper, met een jeep en brandweerauto als kappersstoel. 

“Zelf miste ik zoiets echt nog in Groningen”, vertelt Sharon. Er is maar één andere winkel in de stad speciaal voor tweedehands kinderkleding. En een echte kinderkapper is er ook niet. Dus besloot Sharon het te combineren, en dan ook nog met een cafeetje, waar de ouders gezellig een kopje koffie en een taartje of cakeje kunnen eten terwijl hun kindje bij de kapper zit. 

 Het was niet altijd haar plan om een eigen winkel te beginnen. Maar het pand stond al even leeg, en een vriendin zei: ‘ga gewoon even kijken.’ Sharon vond het pand zo mooi, dat de keuze snel gemaakt was. In een paar maanden toverde ze het met hulp uit haar omgeving om tot een fleurige winkel. “Bijna alles is in de winkel is tweedehands en zelfgemaakt.”

 Sharon werd ook lid van de GCC. “Ik vond het belangrijk om lid te worden, de GCC doet veel dingen voor de binnenstad, van dingen organiseren tot het regelen van kerstverlichting.  En het is fijn om contact te hebben met andere ondernemers.”

Het concept van de winkel is simpel: Iedereen kan kinderkleding, speelgoed en boeken inbrengen. Sharon selecteert wat geschikt is en hangt het daarna in de winkel. De inbrenger krijgt veertig procent. De kleding die niet in de winkel komt, krijg je terug, of als je dat liever hebt brengt Sharon het naar een goed doel.

“Ik hou zelf erg van mooie kleding van goede materialen zoals wol en katoen, voor mijzelf maar ook voor mijn kinderen”, vertelt ze. “Maar ik wil niet alles nieuw kopen. En zeker bij kinderen, omdat ze het binnen een jaar misschien niet meer passen en er al zoveel mooie kleding op de wereld is. Als je je erin verdiept, is het schokkend om te zien hoeveel kleding op de stort belandt.” In haar winkel is ze ‘best kieskeurig’, zegt ze. “Schatzoeken, zoals op de rommelmarkt, hoeft hier niet.” Hoewel ze dat ook aanmoedigt, past dat wat minder bij haar winkel.

De kinderkapper is ook een gouden greep. “Ik heb een speciale kapster gevonden die het leuk vindt om met kinderen te werken. Ze is er 1 à 2 keer per week.” Sharon merkt aan de boekingen: er is ontzettend veel animo voor een speciale kinderkapper. Door de combinatie van winkel, kapper en café maken ouders vaak echt een uitje van een bezoek aan Circus Hoezee. Lekker tussen de kleding kijken, een koffietje en een cakeje terwijl zoontje of dochtertje zich vermaakt in de speelhoek of bij de kapper zit.

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.

 

 

 

 

Verbouwing? Dan toch gewoon een tweede zaak

Verbouwing? Dan toch gewoon een tweede zaak

Restauranteigenaar Koen Mulder is een horecaman in hart en nieren. Al tijdens zijn studie rechten raakte hij verknocht aan het vak. “Ik begon ergens, en nam me dan voor om maar twee dagen per week te gaan werken, maar binnen de kortste keren stond ik er weer vijf dagen.” Na een paar jaar werken naast zijn studie, hakte Koen de knoop door: hij wilde een eigen restaurant. Dus nam hij met zijn broertje Sjoerd in 2017 het huiskamerrestaurant De Betere Tijden in de Gelkingestraat over. “Ik had mijn laatste vakken nog niet eens afgerond.”

Wie bij De Betere Tijden gaat eten, moet goed kijken of die wel bij het goede restaurant binnenstapt. Sinds vorig jaar is het restaurant verhuisd naar de andere kant van de Gelkingestraat op nummer 52. In het oude pand, aan Gelkingestraat 21, zit nu het restaurant De Oude Tijden. “Ik wilde liever helemaal niet weg, maar dat pand moet vanwege een renovatie anderhalf jaar dicht”, vertelt Mulder.

Mulder is in ieder geval tevreden met de Gelkingestraat. “We zitten echt op loopafstand van de Grote Markt.” En beter nog: de Gelkingestraat krijgt komende jaren een fikse make-over (zie pagina 6) en wordt er dus alleen maar aantrekkelijker en mooier op. Omdat het nog even duurt voordat die klus is afgerond, besloot de ondernemer nu al actie te ondernemen en alvast wat te doen aan de kale gevel van het pand waar de Sting vroeger zat (meer daarover op pagina 8). “Dit knapt de straat op.”

Beide restaurants staan goed aangeschreven en kregen lovende recensies: ze werden opgenomen in de nieuwste editie van de prestigieuze gastronomiegids Gault & Millau. “Het is waardering voor wat we doen, dus we zijn er blij mee, maar het is niet iets waar we ons op richten”, zegt Mulder. “We richten ons op een breed publiek, dus niet per se alleen op fine dining.”

Het interieur van De Betere Tijden is stijlvol maar toch huiselijk. Aan de muren hangen keramieke vissen, er zijn veel houten elementen, en het warme licht zorgt voor een gezellige sfeer. De wijnkasten zijn goed gevuld en het restaurant heeft plek voor zo’n 50 gasten. In totaal werken er rond de 18 mensen.

Gasten van De Betere Tijden kunnen een heel scala aan smaken verwachten. “We vinden het belangrijk dat een gerecht een thema heeft”, legt Mulder uit. “We bereiden een paar ingrediënten op verschillende manieren, waardoor een gerecht rust heeft.” Een voorbeeld van een gerecht: rugfilet van lam met chimichurri met lamsoren. Ook komen verschillende bereidingen van knoflook terug op het bord: gerookt in jus en gefermenteerd.

Maar waar blijven mensen voor terugkomen? “Het briochebrood”, vertelt Mulder lachend. “Die durven we ook niet te veranderen.” Want, zo heeft de keuken gemerkt, dat komt ze duur te staan. “Ik dacht ooit met kerst: ‘we doen een keer andere broodjes’. Toen werden mensen echt boos.”

Bij elk gerecht is een bijpassende wijn, die het culinaire team samen uitzoekt. En voor de mensen die geen alcohol drinken: niet getreurd. Het restaurant biedt een saparrangement aan. “Denk aan rabarbersap bij het dessert en sparkling tea bij het voorgerecht.”

Het restaurant heeft een gemêleerd publiek. “Mensen die vaak naar sterrenzaken gaan, maar ook veel studenten die vieren dat ze een jaartje samen zijn”, aldus Mulder. En dat wil het restaurant ook zo houden. “We vinden de mix heel fijn en daarom doen we ons best om niet te duur te worden.” Bij De Betere Tijden krijg je een viergangenmenu voor vijf tientjes. “En we maken alles zelf, tot aan de pepermuntjes aan toe.”

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.

 

 

 

 

Riets Lingerie: bijna een familiebedrijf en meermaals bekroond

Riets Lingerie: bijna een familiebedrijf en meermaals bekroond

Lingeriespeciaalzaak Riets Lingerie is al zestien jaar een bekend adres voor vrouwen die op zoek zijn naar hoogwaardige lingerie, badmode en nachtmode. De zaak werd meermaals uitgeroepen tot beste lingeriezaak van Nederland. Met dank aan de fijne, ongedwongen service, zo vertelt eigenaresse Rieteke Talens.

In het monumentale pandje aan de Oude Ebbingestraat worden klanten vriendelijk onthaald door de dames in de winkel. In de rekken hangen gerenommeerde merken zoals Prima Donna, Marie Jo en Sarda. “Een groot en gevarieerd aanbod”, omschrijft de onderneemster. Hoewel de oppervlakte van de winkel niet eens zo groot is, oogt het ruim. Blauw bij blauw, roze bij roze: alles is netjes op kleur gesorteerd.

Rieteke Talens opende de winkel zestien jaar geleden. Twee jaar na de opening begon Rieteke’s destijds 19-jarige dochter Fleur in de winkel. Inmiddels bestaat het team uit zes dames. Naast Rieteke en Fleur staan Fenny, Wietske, Anoek en Dieuwke in de winkel. Leuk weetje: Wietske en Anoek zijn Rieteke’s schoondochters. Een moeder-dochterbedrijf, zou je het kunnen noemen.

In de loop van de tijd heeft Riets een trouwe klantenkring opgebouwd. Moeders en dochters, oma’s en kleindochters, vriendinnen. Vrouwen van van alle leeftijden, zo ongeveer tussen de 13 en de 90 jaar, komen naar de winkel. “Wij zien hoe belangrijk het is dat lingerie niet alleen mooi is, maar ook als gegoten zit”, vertelt Rieteke.

Dat Rieteke in de lingeriebranche terecht zou komen had ze vroeger niet gedacht. Hiervoor werkte ze jarenlang in de bankwereld. Tot ze op een gegeven moment toe was aan iets heel anders en via via in een lingeriezaak kwam te werken. “Daar zag ik wat het dééd met vrouwen: het vinden van de perfecte lingerie.” Het beviel Rieteke zo goed dat ze haar eigen lingeriezaak begon. “Ik gaf mezelf twee jaar de tijd om te kijken of het zou lukken.”

Beste lingeriezaak van Nederland

En het lukte. Zo goed zelfs dat Riets Lingerie al drie keer verkozen is tot beste lingeriezaak van Nederland, bij de Prima Donna Awards: in 2013, 2015 en 2017. De jury prees de winkel niet alleen vanwege de kwaliteit van de lingerie, maar ook vanwege de fijne, ongedwongen manier waarop de dames de klanten helpen en adviseren.

“We komen natuurlijk heel dichtbij iemand. Vrouwen geven zich hier letterlijk bloot en dat vraagt om vertrouwen”, vertelt Rieteke. In de loop van de jaren zag ze hoe belangrijk passende lingerie is. Zo’n zeventig procent van de vrouwen draagt bijvoorbeeld niet de juiste maat. “Een persoonlijke benadering is daarom ook zo waardevol. Iedere vrouw mag zich bij ons op haar gemak voelen. We zorgen ervoor dat je vol zelfvertrouwen de deur uitgaat.”

Rieteke werd ook lid van de Groningen City Club. Ze zijn blij met de diverse activiteten die de GCC organiseert en bezoeken regelmatig hun bijeenkomsten. ”De GCC een goede vertegenwoordiger voor de ondernemers in Groningen.”

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.

 

 

 

 

Hoe gaat het met de verbouwing van de C&A?

Hoe gaat het met de verbouwing van de C&A?

Hoe gaat het met de verbouwing van de C&A? “Muren binnenkort letterlijk naar beneden”

Dat de C&A verbouwd wordt, kan je als Groninger haast niet ontgaan zijn, niet als je weleens in de Herestraat komt tenminste. Het pand krijgt een open uitstraling, er komen appartementen op de bovenste verdiepingen en een grote openbare fietsenstalling onder het pand. Al met al krijgt de Herestraat een geheel nieuwe entree. In februari sloot de C&A de deuren en kort daarop werd de straat afgezet met hekken. Wat is er tot nu toe achter die hekken gebeurd? En wat staat de komende tijd op de planning? Een update.

In februari begon het leeghalen van het pand: alle spullen van de winkel werden er toen uitgehaald, van de kleding tot de toonbanken. “Tot nu toe is er vooral binnen de muren veel gesloopt”, vertelt Jack de Vreede van Redevco, de vastgoedbelegger die eigenaar is van het pand. “Maar binnenkort gaat er ook voor het zicht veel gebeuren. Dan komen de muren letterlijk naar beneden.”

De sloopwerkzaamheden gaan dus nog wel even door. “In hoofdlijnen: zo ongeveer rond deze tijd begint het slopen van de gevel en gaan ook de tweede en derde verdieping ervan af.” Alleen het skelet van de begane grond en eerste verdieping van het oude pand blijft staan. En daarna kan de echte transformatie beginnen.

En wat houdt die transformatie ook alweer in? Het gebouw wordt dus geheel vernieuwd, naar een ontwerp van Rijnboutt Architecten. Het pand krijgt een compleet nieuwe gevel. “Niet meer zo gesloten als hij eerst was, maar veel opener”, zegt De Vreede. “Het wordt eigentijds, maar met een knipoog naar het verleden, want vroeger was het een prachtig gebouw. Er komt een groot boogvormig raam, dat aanduidt waar de vroegere Burchtstraat liep, en het gebouw krijgt veel ramen en glas waardoor de uitstraling transparanter is.”

Boven de C&A worden 44 appartementen en ‘maisonettes’ gebouwd: huurappartementen met meerdere verdiepingen, van tussen de 50 en 80 vierkante meter. Drie en deels zelfs vier verdiepingen van het pand worden hiervoor gereserveerd. Het wordt niet één blok: er wordt variatie aangebracht in de hoogte, zodat het hele pand goed aansluit bij de andere gebouwen in de omgeving. Op de hoogste verdieping komt een dakterras.

De fietsenstalling komt in de kelder van het gebouw, dat betekent dus ook dat de huidige kelder behouden blijft. Wel wordt hij helemaal aangepakt. Hij krijgt een mooie entree aan de kant van het Zuiderdiep en er is straks plaats voor 500 tot 600 fietsen.

Extra leuk voor het winkelend publiek: het gedeelte van de Herestraat voor de ingang van de C&A krijgt ook gelijk een opknapbeurt. “Het werd langzamerhand steeds meer een veredelde fietsenstalling”, zegt projectleider Jan Nicolai van de gemeente Groningen. Een fonteintje zoals op de impressie? Dat waarschijnlijk niet, lastig met het vrachtverkeer voor de bevoorrading van de winkels. Maar wel een gezellig pleintje. “Met veel bomen en groen, bankjes en speelgelegenheden. Een plek waar je voor of na het winkelen, of tussendoor, even lekker kan zitten en bijvoorbeeld een ijsje eten.”

Ook de Burchtstraat, aan de achterzijde van de winkel, wordt opgeknapt: het wordt netter en aantrekkelijker, en de bewoners van de appartementen krijgen hier ook een secundaire ingang. De hoofdentree van de woningen komt aan het Gedempte Zuiderdiep.

Als alles volgens planning verloopt, kan de C&A eind 2026 weer open. De aanpak van de omgeving begint hierna, naar verwachting begin 2027.

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.

 

 

 

 

Titus Blom: al een eeuw hengelsport, maar hoe lang nog?

Titus Blom: al een eeuw hengelsport, maar hoe lang nog?

Het is al meer dan een eeuw een bekende naam in de binnenstad van Groningen: hengelsportzaak Titus Blom aan de Astraat. Titus Franzen is de derde eigenaar van de winkel, en vermoedelijk ook de laatste. “Het is moeilijk om een opvolger te vinden.”

Voor het begin van de hengelsportzaak moeten we terug naar 1920. Het was de opa van Franzen, Titus Blom, die destijds nog in de Kijk in ’t Jatstraat een tabakszaakje begon, waar hij ook wat visspullen (‘van die bamboe hengeltjes nog’) verkocht. Een echte hengelsportwinkel werd het pas na de verhuizing naar de huidige locatie, de Astraat, in de jaren ‘50. Franzen groeide op in de woning boven de winkel.

 Hij heeft de straat en ook de omgeving afgelopen decennia dan ook enorm zien veranderen. “Vroeger had je bij de Westerhaven nog een grote bushalte. Op zaterdag kwamen daar busladingen vol met bezoekers, allemaal uit de provincie. Via de Astraat krioelden ze zo de binnenstad in, allemaal bij mij voor de deur langs, over toen nog een heel smal stoepje.” De bussen zijn ondertussen uit de binnenstad verdwenen, en daarmee ook de bushalte. Maar dat is niet het enige: “Veel dorpen en kleinere steden in de regio hebben nu ook een winkelcentrum. Er is vaak geen reden meer om naar de stad te gaan.”

Weinig in de binnenstad mag dan bij het oude zijn gebleven; vissen is onveranderd populair, zegt Franzen. “Als het gaat om de meest beoefende sporten staat voetbal bovenaan, maar de vissport is een goede tweede.” De ondernemer wijst op de Hengelsportfederatie die elk jaar zo’n 700.000 vispassen uitgeeft.

En dat is goed nieuws voor Franzen, die over klandizie niet echt klagen heeft. “We zitten hier natuurlijk middenin het centrum dus er komen veel mensen voorbij. Veel toeristen ook. Amerikanen, Noren, Canadezen, vooral veel Duitse klanten weten de stad goed te vinden. Franzen noemt het opvallend dat de gemiddelde klant steeds jonger wordt. “De oudjes verdwijnen. De meeste klanten zijn nu tussen de 12 en 40 jaar.” Met name de jongste hengelaars vinden veel rust in het vissen, hoort hij wel van zijn klanten. “Jonge jongens, al dan niet met een ADHD-rugzakje. Ze vinden het fantastisch. Als er iets is waar je rustig van wordt, is het vissen.”

Na al die jaren is Franzen nog steeds blij met z’n plek aan de Astraat. “Het is een heel levendig stukje van de stad. Wandelaars, fietsers, scooters, er komt van alles voorbij en er is altijd wat te zien.” Wel jammer vindt hij het dat het aanbod in de straat zo uniform is geworden: weinig winkels, veel horeca. “Ik noem het hier weleens ‘klein Azië’, zoveel buitenlandse eettentjes zitten hier in de straat. Terwijl er eigenlijk nog maar een paar winkels zitten: Droppie, Mannenmode, de kaaswinkel, muziekzaak Westerhaven, kappers en Titus Blom hengelsport dus.”

En ook Franzen en zijn zaak zitten er niet voor eeuwig. “Ik denk dat deze winkel over tien jaar niet meer bestaat. Ik ben nu 66. Wie moet de zaak straks van me overnemen? Ik kan wel gaan zoeken naar een opvolger, maar de detailhandel is bij banken niet populair; de vraag is of een opvolger überhaupt de financiering rond zou krijgen.” Enorm jammer, vindt hij, maar realistisch is hij ook: “Voor heel veel kleine winkeltjes is het komende jaren afgelopen. Dat tij is niet meer te keren.”

Franzen denkt in ieder geval voorlopig nog niet aan stoppen. “Zolang ik het leuk vind, ga ik door. ’s Zomers heb ik hier sowieso heel erg naar mijn zin, dan is er veel aanloop, maar in de winter verveel ik me nog weleens. Maar goed, ik zit onder andere in het bestuur van het Waterschap dus ik kom de dagen wel door.” 

Zo aan het staartje van zijn carrière besloot Franzen toch nog maar lid te worden van de GCC, dat was hij in al die jaren niet geweest. “Ik vind het leuk en belangrijk om mee te praten over alle ontwikkelingen in de binnenstad. Ik heb een hoop ervaring, weet onderhand wel hoe alles reilt en zeilt hier in de stad. Wie weet kan ik jonge ondernemers daarmee nog eens van dienst zijn.” Waar hij zich nog wel hard voor zou willen maken? Meer groen in de binnenstad. “Kijk hier om de hoek, de Westerhaven, een en al steen. Er moet veel meer groen komen, veel meer bomen ook. Dat is ook goed tegen hittestress.”

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.

 

 

 

 

Woonzooi aan de Vismarkt: nieuwe plek, maar nog altijd dezelfde eclectische stijl

Woonzooi aan de Vismarkt: nieuwe plek, maar nog altijd dezelfde eclectische stijl

Kleurrijke vazen, sierkussens van fraaie stoffen, levensechte kunstbloemen en handgemaakte aardewerken bloempotten: voor authentieke woonaccessoires van goede kwaliteit ben je bij Woonzooi aan het juiste adres. Na elf jaar in de Zwanestraat zit de winkel nu aan de Vismarkt.

Al sinds haar 19e is Carmen Cazemier ondernemer. 37 jaar ervaring heeft ze, en dus is ze bedreven in het winkeliersvak. Specifiek als het gaat om artikelen ‘om je interieur mee op te fleuren.’ Je zou haar gerust een nestor op het gebied woonaccessoires kunnen noemen, al zou ze dat niet zo gauw over zichzelf zeggen. Want zo graag staat ze niet in de spotlights. Ondernemen doet ze omdat ze het leuk vindt, en er gelukkig van wordt.

De 37 jaar dat Cazemier ondernemer is, heeft ze op verschillende plekken woonwinkels gehad. Elf jaar geleden kwam ze naar de Zwanestraat en kreeg haar winkel de naam Woonzooi. Afgelopen november verhuisde ze naar de Vismarkt. Daar zat ze eerder ook al tijdelijk, en het pand beviel haar wel: de reuring van de markt, een iets ruimer en hoger pand en de winkel is beter toegankelijk. Bovendien wilde ze iets anders, een nieuwe uitdaging in haar ondernemerschap. En daar hoorde een nieuwe plek bij.

“In één weekend ben ik verhuisd. Die zondag was ik nog open aan de Zwanestraat, en de dinsdag erop ging ik alweer open aan de Vismarkt”, vertelt Cazemier. Een behoorlijke klus was het. “Ik ben zeven kilo afgevallen”, lacht ze.

Het leuke is dat dezelfde klanten als voorheen naar haar winkel komen. “In al die jaren heb ik een trouwe klantenkring opgebouwd, en dat waardeer ik enorm. Mijn klanten dragen eraan bij dat fysieke winkels in de stad kunnen blijven bestaan. Dat hebben we nodig”

De klanten komen terug voor de kwaliteit en haar stijl, die ze omschrijft als ‘eclectisch, kleurrijk en van goede kwaliteit.’ En de kunstbloemen die ze verkoopt, die doen het goed. Cazemier volgde ooit een opleiding tot bloemist, en verzorgt nu boeketten van kunstbloemen voor kantoren, winkels, ziekenhuizen en nog veel meer.

“Ik kies al mijn producten zorgvuldig uit, met sommige leveranciers werk ik al 37 jaar samen.” Ze vindt het belangrijk dat het aanbod van winkels in Groningen divers is. “Dat je niet op iedere hoek dezelfde producten hebt.” Maar de laatste jaren ziet ze de variatie juist afnemen. Met haar winkel wil ze bijdragen aan het kwaliteitsniveau in Groningen. “Het mag wel weer wat spannender worden in de stad.”

Cazemier is al sinds jaar en dag lid van de Groningen City Club. “Het is fijn om met elkaar in contact te zijn, en gezamenlijk dingen te ondernemen”, zegt ze. En zeker als het gaat om het behoud van fysieke winkels in de binnenstad, vindt ze het fijn dat ze samen kan optrekken.

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van april 2025. Meer lezen? Kijk dan hier.